Zinloos

Dit verhaal helpt de Oekraïners niet, en zal de tragedie niet afwenden. Maar Paul Krugman herinnert ons er aan: oorlog loont niet meer. Dat belet niemand om weer eens een oorlog te beginnen, maar qua rendement is het een zinloze actie. De Nazi’s bezetten landen die samen een BBP hadden dat 2x dat van Duitsland was; maar die landen produceerden maar 30% van de oorlogskosten. Zoals Norman Angell zei: ‘Confiscatie maakt een einde aan de levenslust die nodig zijn voor een productief leven, en het gevoel van veiligheid.’ Krugman voegt toe: een modern leger is ongelooflijk duur en ingewikkeld om draaiende te houden. En we leven in een tijd waarin nationalisme echt is, en bloeit. Het zal de Oekraïense boeren van de middeleeuwen een zorg zijn geweest door wie ze werden uitgebuit. Nu niet meer. (tip A. Nieuwland)

Hier is Yuval Noah Harari met hetzelfde punt. (met dank aan P. Rodts)

En dit is een minder verrassend, maar wel inspirerend verhaal van een andere columnist uit de NY Times, over de bijzondere moed van de Oekraïners.

Fossiele subsidie

Zonnepanelen en windmolens krijgen subsidie, hoewel steeds minder. Maar olie en steenkool ook, en al veel langer. Overheden willen energie voor verwarming en transport betaalbaar houden, omdat dat economische bedrijvigheid bevordert. Het Internationaal Energie Agentschap (IEA), allang niet meer de lakei van de oliemaatschappijen, becijfert wat fossiele brandstoffen aan subsidies ontvangen. Vijf biljoen (5.000 miljard) dollar over de laatste tien jaar, voor de productie van olie, gas en steenkool, en het opwekken van elektriciteit middels deze fossiele brandstoffen. (klik op kaart voor details.)

Ontgrendel!

Weer een geweldig stuk van Scott Galloway, de eigenwijze professor van NYU. De geschiedenis leert dat crises vaak worden gevolgd door bloeiperiodes. ‘En een hoeksteen van duurzame welvaart is ontgrendeling: een grote sprong voorwaarts maken door een totaal nieuwe benadering.’ Vijf grote maatschappelijke problemen die ‘ontgrendeld’ kunnen worden, met ‘gedwongen’ ontdekkingen dankzij de Covid-pandemie.

Een paar voorbeelden.

Boodschappen doen. Er zijn snelle thuisbezorgers in de VS (Jokr, Getir, Gopuff) die in plaats van een supermarkt een netwerk van hyperlokale winkels hebben, van waaruit koeriers op elektrische fietsen binnen anderhalve kilometer bezorgen binnen 15 minuten. Dit is sneller en schoner dan bezorging met bestelwagens in een radius van 10-15 kilometer. (En kan in de VS ook de obesitas-crisis bestrijden: er zijn in de VS 247.000 fast-foodlokaties, en 39.000 supermarkten. Armen gaan makkelijker naar de Burger King want die is dichterbij dan de kruidenier.) Zo’n netwerk kan ook de posterij overnemen: pakjes en andere post bezorgen.

Gezondheidszorg: thuistesten op corona heeft ons laten zien hoe makkelijk ‘zorg op afstand’ kan zijn. ‘Nu zitten we een uur in de wachtkamer waarna de dokter ons bevestigt dat we ziek zijn en een recept schrijft waarmee we naar een apotheek kunnen gaan en de ziekte verder kunnen verspreiden.’ Hoeveel medische zorg kan niet makkelijk op afstand?

PS zie ook The Economist: https://www.economist.com/business/how-health-care-is-turning-into-a-consumer-product/21807114?

Belastingen: ‘Complexiteit is een belasting op armoe.’ Oftewel: aftrekposten en belastingvluchthavens zijn voor de mensen die het kunnen betalen. Dus: ‘Een bijna-vlaktaks van 10% (voor inkomens tot $100.000), 20% (tot $1 mln) en 40% (boven $1 mln.)’ Dat zal voor veel rijken als een shock komen, maar het grootste deel van van de twintigste eeuw betaalden ze ook 40%. Via een omweg weet Galloway ook dit te herleiden tot de pandemie 🙂

Groene kool?

Wees groen, koop een kolenmijn. En sluit hem vervolgens! Daarmee verminder je de CO2-uitstoot in de toekomst. Klinkt geniaal. Columnist werkt het uit op de achterkant van de envelop. Er staat een kolenmijn te koop in West Virginia voor $7,8 miljoen. Produceert 10.000 ton kolen per maand en heeft een reserve van 8 miljoen ton. Een ton steenkool stoot 2,5 ton CO2 uit. Een ton CO2 afvangen en opslaan kost $100.

Dus in een maand zou de mijn kolen produceren met een uitstoot van 25.000 ton CO2, die $2,5 miljoen zou kosten om op te slaan. De mijn opkopen en sluiten is een goedkope manier van CO2-afvang: in drie maanden heb je de aankoopprijs van $7,8 miljoen er al uit!

‘Als ‘t te mooi klinkt om waar te zijn, is het waarschijnlijk te mooi om waar te zijn.’ Zo ook hier. Lezers wezen er op dat het koopcontract niet eigendom van de mijn verschaft, maar het recht om kolen te delven. En aan dat recht is een plicht verbonden om dat ook daadwerkelijk te doen. Waarom? Omdat de eigenaar van de mijn een percentage van de opbrengst krijgt.

Toch maar iets anders verzinnen.

Vrije markt

Een ‘vrije markt’ werkt alleen als de maatschappij er klaar voor is. Wanneer zijn de burgers er klaar voor? Als ze vertrouwen hebben in de publieke instellingen en juridische waarborgen. Als de meerderheid van de bevolking nog een defensieve instelling heeft, risicomijdend – in de zogeheten ‘Uncertainty Avoidance’ categorie valt -, dan leidt een vrije-markt beleid tot een afname van het gemiddelde inkomen, niet een toename. Studie van twee economen van Tilburg en Radboud, van 67 landen over de periode 1970-2019.

Perpetuum mobile?

De wapenindustrie in de VS is de grootste ter wereld. ‘Het militair-industrieel complex’ zoals Eisenhower dat noemde. Nu de VS zich niet alleen uit Irak maar ook Afghanistan heeft teruggetrokken, zou dat wat minder kunnen. Deze studie waarschuwt dat er veel geld gaat naar deze bedrijfstak, die desondanks lobbiet voor meer, meer, meer. Er zijn altijd nieuwe bedreigingen, zoals China, of Iran, of Rusland. En zou een korting op de begroting van het Pentagon niet ook economische krimp kunnen veroorzaken, als deze bedrijfstak zo groot is? Dat is een argument waar politici gevoelig voor zijn. (tip B. Suringar)

Dat valt wel mee, lijkt het. De helft van de Pentagon-begroting gaat naar leveranciers (vliegtuigen, schepen, munitie, kleding etc). Die begroting was in 2019 ongeveer 3,7% van het BBP. Dus ruwweg 1,8% voor het militair-industrieel complex. Een korting zou geen economische aardverschuiving zijn.

PS: er zijn landen die meer uitgeven aan hun bewapening:

Werk

Rare tijden. In het tweede kwartaal waren er in Nederland voor het eerst sinds het CBS dit meet, meer vacatures dan werklozen. Hetzelfde in de VS; anecdotes in de pers over bedrijven die iedereen ongezien aannemen: ‘Sollicitatie niet nodig.’ Is dit goed nieuws, of zorgelijk? Er is een theorie dat mensen sinds het gedwongen thuisblijven door corona, zich zijn gaan afvragen of de baan – met de monotonie, en de verloren tijd door files – wel het geld waard is. ‘Bedrijven noemen dit een tekort aan arbeidskrachten. Arbeidskrachten zouden dit een ontkiemen van vakbondsmacht kunnen noemen,’ schrijft Joel Suarez, een prof aan CUNY. Hij schreef een essay over de arbeidsmarkt ‘van onderaf,’ zoals hij het zelf noemt. Hij betreurt het verdwijnen van ‘echte banen’ van mensen die dingen maken. De nieuwe banen in software, coding, ontwerp en dergelijke bieden niet de verbondenheid die ‘ouderwetse’ banen boden. Bazen in Silicon Valley zijn al net zo vrekkig en harteloos als de fabriekseigenaren in de 19de eeuw. Ouderwetse banen in de nieuwe economie – schoonmaak, bouw, chaufferen – zijn vaak laagbetaald en bieden weinig uitzicht. Suarez noteert trieste verhalen van mensen die aan twee banen niet voldoende hebben, die hun huis moeten verkopen en hun pensioen opeten.

Al lezende bekroop mij twijfel. Maar veel van die nieuwe banen zijn toch veel leuker? Software schrijven, coderen, marketing vergen creativiteit. Je kunt je er in vinden. Je kunt je er in kwijt. Banen ‘achter de computer’ zijn minder gevaarlijk, verdienen vaak beter, en geven flexibiliteit – als de baas ruimte biedt om ook thuis te werken. Natuurlijk, verliezers zijn er altijd, maar is het echt erger dan ‘vroeger?’

En dan struikel ik opeens over de column Bartleby in The Economist, deze week. ‘Waarom mensen altijd zo somber zijn over werk.’  Openingszin: ‘Zeggen dat de moderne economie geen ‘goede banen’ meer biedt is net zo oncontroversieel als zeggen dat Messi goed kan voetballen.’ Hoe komt dat? Kort samengevat: de klacht was er al in de 19de eeuw; mensen houden niet van de onrust die nu eenmaal onvermijdelijk is bij een markteconomie; en het belangrijkste: mensen hebben moeite om de voor- en de nadelen af te wegen. Minder vakbondsmacht betekent misschien minder hoge lonen; maar wel meer kansen voor jongeren, immigranten en vrouwen. Van zittend werken word je misschien dik; maar het is een stuk minder gevaarlijk dan in een mijn werken. Mensen werken korter, krijgen meer loon en lopen minder risico dan ooit tevoren. En volgens opiniepeiler Gallup waren mensen in de jaren ’60 en ’70 niet gelukkiger in hun werk dan nu; de jaren ’90 bieden hetzelfde beeld. Vorig jaar zei 56% van Amerikaanse werknemers dat ze ‘compleet’ tevreden waren met hun baan, het hoogste percentage ooit.

Groeiers

Opvallend: dit zijn helemaal geen snelle groeiers. Maar dat wisten we wel, de meeste landen in Europa hebben een krimpende of stabiele bevolking dus er is weinig voor nodig om de titel ‘snel’ te ontvangen. Utrecht de enige Nederlandse stad, met 1,1% op plaats 14. Numero uno is in Rusland, Balashikha met 2,01%. Maar de wereldwijde trend van samenklontering in steden vindt ook hier plaats: nu woont driekwart van Europeanen in steden, in 2050 naar verwachting 84%.

Ontwikkeling

Albert O. Hirschman was een Amerikaanse econoom die bestudeerde hoe ‘ontwikkelingslanden’ geholpen konden worden om rijker te worden. Niet om het geld, maar omdat corruptie en inefficiëntie leiden tot politieke instabiliteit, en het risico van dictatuur. Wat hij in 1958 schreef, met het vizier op Latijns-Amerikaanse landen, is nog steeds relevant. ‘In plaats van te kijken naar alomvattende plannen, gebaseerd op heroïsche aannames, zouden ontwikkelingslanden zich moeten concentreren op de onzichtbare processen – ‘verborgen beweegredenen’ – die al in het spel zijn.’ (…) ‘Ontwikkeling gebeurt niet door het ontdekken van de perfecte combinatie van bestaande grondstoffen en de correcte manier van ze te benutten, als wel door het zien van processen, drukmiddelen en prikkels; en de manieren waarop technologie en investering veranderingsprocessen in gang brengen.’

Bespreking van een nieuwe biografie van Hirschman.

De vrije markt

Je hoort de laatste tijd regelmatig ‘kapitalisme heeft z’n beste tijd wel gehad’ en ‘de vrije markt werkt niet’ en ‘het wordt tijd voor een nieuw economisch model’ of zoiets. De vraag is dan altijd: wat dan? Welk systeem is minder slecht dan het huidige? Het is voor de meeste economen geen nieuws dat je ‘de vrije markt’ niet zijn gang moet laten gaan. Econoom Noah Smith herinnert ons er aan dat zijn vakgenoten door de eeuwen heen altijd interventionistisch zijn geweest, te beginnen bij Adam Smith. Van wie meteen vijf citaten:

  1. ‘Onze handelslui en werkgevers mopperen veel over de nadelige gevolgen van hoge lonen, die de prijs van goederen verhoogt en de omzet verlaagt. Ze zeggen niets over de nadelige gevolgen van hoge winsten. Als het gaat over de gevaren van hun eigen winst, dan zwijgen ze.’
  2. ‘Het is niet zo onredelijk te vragen dat de rijken bijdragen aan de samenleving, niet slechts in evenredigheid tot hun inkomsten, maar zelfs iets meer dan dat.’
  3. ‘Geen enkele samenleving kan toch welvarend en gelukkig genoemd worden als de grote meerderheid arm en miserabel is?’
  4. ‘Als er ergens een groot bezit is, dan is daar ook grote ongelijkheid. Voor iedere rijke man moeten er minstens vijfhonderd arme zijn. De rijkdom van de enkeling veronderstelt de behoeftigheid van velen.’
  5. ‘Als mensen uit hetzelfde vak elkaar ontmoeten, al is het maar voor jolijt en vermaak, dan komt het gesprek vroeg of laat, maar bijna altijd, uit op het onderwerp: hoe kunnen we samenspannen tegen het publiek, of hoe kunnen we de prijzen verhogen.’

Smith (Noah, niet Adam) citeert vele andere invloedrijke economen. De school van ‘laissez faire’ en ‘de overheid is uw vijand’ is een relatief nieuwe en nog steeds marginale stroming onder economen, zegt hij. De vraag onder de meerderheid is door de jaren heen: ‘wat is de meeste effectieve manier waarop de overheid/het algemeen belang de nadelige effecten van economische transacties kan beperken?’