wetenschap • tech • gezondheid • geld

Klimaatskepsis

Waarom zou je nou nog klimaatskeptici een platform geven als maar liefst 97% van de wetenschap het eens is over klimaatverandering?

Het kortste antwoord is van Michael Crichton, bestseller schrijver (‘Jurassic Park’ etc) die zelf medicijnen studeerde aan Harvard: ‘If it’s consensus, it isn’t science. If it’s science, it isn’t consensus.’

Een ander antwoord zou kunnen zijn: waartoe hebben we dan in vredesnaam de Verlichting gehad? Willen we weer terug naar de tijd waarin er nergens meer aan getwijfeld mag worden? Waar hogepriesters bepalen wat de waarheid is?

Er zijn ook pragmatische redenen. (‘praktische bezwaren,’ om met Elsschot te spreken.)

Michael Shellenberger, voormalig activist en schrijver van ‘Apocalypse Never,’ zegt: omdat onwetendheid mensen onnodig bang maakt. Een internationale peiling in 2019 met 30.000 respondenten toonde dat 48% dacht dat klimaatverandering de mensheid zou uitroeien. Scholieren denken dat ze een slechter leven zullen hebben dan hun ouders, of worden depressief  omdat ze denken dat ze het einde van ‘de planeet’ gaan meemaken. En sommige bange mensen voelen zich geroepen tot vervelende, destructieve handelingen. Denk Extinction Rebellion, denk Greta Thunberg.

Steve Koonin, natuurkundige, oud-adviseur van president Obama en schrijver van ‘Unsettled,’ zegt: de rapportage verhult dat er enorme meningsverschillen bestaan onder wetenschappers. ‘Onzekerheid is een belangrijke drijfveer van wetenschap en daar moeten we niet bang voor zijn.’

‘Investeringen van duizenden miljarden dollars moeten gebaseerd worden op een goed begrip van wetenschappelijke zekerheden en onzekerheden.’ Los van de vraag of het nodig is: de omvorming van onze energiesystemen is een monumentaal karwei dat niet in een paar decennia is geregeld.

Björn Lomborg, politicoloog, zegt in ‘False Alarm’: voor een heleboel geld bereik je vrijwel niets. Als de EU zijn ‘Groene Deal’ zou uitvoeren zou dat 1.500 miljard euro kosten en de wereldtemperatuur in 2100 met 0,002ºC verlagen, berekent hij.

En, zegt hij, er zijn genoeg grote problemen te bedenken waar je dat geld beter aan zou kunnen uitgeven. Honger, ondervoeding, malaria, armoede – voor de meeste aardbewoners, niet die in het rijke Westen, zijn dat veel grotere problemen dan ‘de planeet.’

Ad Huijser, natuurkundige en oud-directeur van het Philips NatLab, concludeert in een onlangs verschenen essay[1] : ‘Het idee dat CO2 de hoofdschuldige is van alle opwarming sinds 1850, is weinig aannemelijk en niet meer dan een onbewezen hypothese. Maatregelen gebaseerd op het idee dat we de huidige opwarming kunnen stoppen door het volledig uitbannen van fossiele brandstoffen, zullen dan ook niet het geclaimde resultaat hebben. Dat is een totale, en in dit geval ook uiterst kostbare, ILLUSIE.’

‘De wetenschap’ is het wel eens over ‘het klimaat,’ maar waarover zijn ze het dan precies eens? Dat de wereld opwarmt aan de oppervlakte; dat dit versneld gebeurt doordat mensen fossiele brandstoffen verstoken. Maar welk deel van de opwarming is aan mensen toe te schrijven, en welk deel aan natuurlijke processen? Hoe snel gaat het dan precies? Wat voor gevolgen heeft dat? Het antwoord is gebaseerd op modellen, en die zijn niet meer dan veronderstellingen.

Het antwoord zou kunnen zijn: nou en?

In het ergste geval geven we te veel uit aan iets goeds. Schone lucht, schonere zeeën, schoner drinkwater, minder lawaai in de stad – dat is toch voor iedereen fijn? En hoe vaak geven we niet te veel geld uit? Is er ooit een brug, een stuwdam, een energiecentrale of een tunnel binnen budget opgeleverd? Dus waarom zouden we nog onze tijd verdoen door te luisteren naar klimaatskeptici?

Omdat we in onze haast misschien verkeerde keuzes maken.

‘Duurzame’ energie is niet automatisch ‘schoon.’ Windmolenparken en zonnepanelen’weides’ nemen om te beginnen 50-100 keer meer ruimte in dan kerncentrales of olieraffinaderijen. Shellenberger denkt zelfs nog meer: 450x meer land nodig dan een aardgascentrale of kerncentrale. Bill Gates (‘How to Avoid a Climate Disaster’) kijkt naar de hoeveelheid kracht per vierkante meter en zegt: een kerncentrale produceert 100-200 meer energie per m2 dan zon; 500-1.000x meer dan een windmolenpark.

Windmolens en zonnepanelen functioneren voorlopig alleen als er een aardgascentrale meedoet, voor windstille en bewolkte dagen. Windmolens doden vogels en insecten (op enorme schaal, als ze worden gebouwd op migratieroutes), ze gaan roesten en moeten na 30 jaar worden afgebroken. Zonnepanelen worden in China gemaakt op steenkool-energie, worden geïnstalleerd op vervuilend cement en beton, en zitten vol met giftige materialen die bodems vervuilen als ze niet zorgvuldig worden ontmanteld en ontleed voor hergebruik. (Zegt UNEP, de milieubescherming van de VN.)

Oplaadbare batterijen: het is lastig en duur om ze te recyclen.

Waterstof? Vergt relatief veel energie om te produceren – bij omzetting van water in waterstof, en waterstof in elektriciteit, gaat 65% van de energie verloren.

Zelfs een stuwdam is vervuilend. ‘Als je land onder water zet, wordt de koolstof langzaam omgezet in methaan, die als gas ontsnapt in de atmosfeer,’ schrijft Bill Gates.  ‘Afhankelijk van waar hij wordt gebouwd kan het 50 tot 100 jaar duren voordat een dam ‘methaan-neutraal’ wordt.’ [2]

Dus ‘schone’ energie bestaat niet; iedere energiebron heeft zijn eigen problemen. Dat vraagt al om een rustige afweging, niet een halsoverkop galop richting zon en wind.

Waar zit de twijfel van de skeptici?

  • Modellen zijn ook maar modellen, het klimaat is te ingewikkeld om in theorie te vangen
  • We weten dat er allerlei warme en koude periodes zijn geweest lang voordat we steenkool gingen verbranden. Dus hoe weten we zo zeker dat de huidige opwarming aan menselijke CO2-uitstoot ligt?
  • We weten dat oceaanstromen en de Zon invloed hebben op het weer. Maar we weten niet hoe, of hoeveel. Misschien zijn ze wel verantwoordelijk voor de hele opwarming. Hoe kun je dat met zulke stelligheid ontkennen, als je erkent dat we het niet begrijpen?
  • De wetenschap doet zijn best, maar het IPCC is gepolitiseerd en de pers scoort beter met een rampscenario dan met evenwichtige berichtgeving

Modellen

Voortdurende toetsing heeft er toe geleid dat de ergste rampscenario’s nu in de prullenbak zijn verdwenen. [3]  Van de ruim 1.300 scenario’s die het IPCC heeft gemaakt in de loop der jaren zijn er nog maar 71 houdbaar. Die voorspellen een CO2 uitstoot die kan leiden tot maximaal 3ºC temperatuurstijging; met een gemiddelde van 2,2ºC. Rampscenario’s met een stijging van 4 of 5 graden Celsius stijging zijn ontkracht omdat de metingen na publicatie niet spoorden met de voorspellingen.

Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) schreef in october 2022 in zijn jaarlijkse World Energy Outlook: ‘A high point for global energy‐related CO2 emissions is reached in the STEPS in 2025, at 37 billion tonnes (Gt) per year, and they fall back to 32 Gt by 2050. This would be associated with a rise of around 2.5 °C in global average temperatures by 2100.’

(STEPS staat voor Stated Policies Scenario, dus vastgesteld beleid, niet beloftes of voornemens. Een stijging van 1ºC nu tot 2,5ºC over 75 jaar, ten opzichte van 1850.)

Bicker-lezer A. Kaizer, ook een Philips alumnus en wetenschapper, schrijft: ‘De huidige klimatologie werkt met zeer vereenvoudigde modellen die heel erg beperkt zijn, omdat  wereldwijde modellen inclusief atmosfeer en zeestromingen veel te complex worden en onze rekencapaciteit sterk overstijgen. Ook zijn de fysische waarnemingen die de wereldwijde modellen inclusief atmosfeer en zeestromingen moeten bevestigen heel erg beperkt. De combinatie van zeer vereenvoudigde modellen met een zeer beperkte waarneming maakt de wereldwijde voorspellingen weinig nauwkeurig.’

Cijfers en grafieken

Cijfers liegen niet. Maar je kunt ze wel op verschillende manieren presenteren.

Een hele waardevolle dataserie is de HadCET reeks, de temperatuur van enkele plaatsen in midden-Engeland, opgeschreven vanaf 1659. De langste serie temperatuurmetingen in de wereld, bijna vier eeuwen continu. Genoemd naar het Hadley Centre, waar deze Central England Temperature wordt bijgehouden. Het Met(eorogical) Office, het Britse KNMI, heeft de data vertaald in deze grafiek, getiteld ‘gemiddelde temperatuurafwijkingen voor ieder vol jaar afgezet tegen 1961-1990’:

Ad Huijser, de oud-directeur van het Philips Natuurkundig Laboratorium, heeft een andere grafiek gemaakt, maar wel ‘exact op basis van dezelfde MetOffice data.’

‘U ziet wat een compleet andere indruk dezelfde data kunnen maken door de lay-out. We leven al 3 eeuwen binnen dezelfde bandbreedte qua temperaturen op een langzaam oplopend gemiddelde sinds de kleine ijstijd,’ schrijft hij.

De mens is niet de enige invloed

Er was een Warme Romeinse Periode  (250vC – 400AD), een Warme Middeleeuwse Periode (950-1250), en een Kleine IJstijd (1300-1850) – allemaal met temperaturen die 1ºC of meer afweken van het langjarige gemiddelde, en allemaal voordat we begonnen met fossiele brandstoffen te verstoken. Dus hoe kun je er zo zeker van zijn dat de huidige opwarming alleen aan mensen te danken is, ‘antropogeen’ is?

Het belangrijkste argument tegen deze stelling is: dit waren allemaal regionale periodes. De IJstijd, de warme periodes rond het begin van de jaartelling en na de Middeleeuwen, zijn allemaal geregistreerd in Europa maar waren in andere delen van de wereld niet zo prominent of zelfs helemaal afwezig.

De temperatuurstijging, die zeker vanaf 1979 heel nauwkeurig is geregistreerd (waarneming, niet hypothese) is 0,5ºC wereldwijd.

Dat de wereldtemperatuur stijgt wordt door vriend en vijand erkend. En dat hij voor een deel wordt veroorzaakt door mensen, en door de invloed van broeikasgassen, die afkomstig zijn van verbranding van fossiele brandstoffen – allemaal over eens. Klaus Hasselman won in 2021 de Nobelprijs omdat hij aantoonde dat een deel van de opwarming kon worden toegeschreven aan CO2-uitstoot door mensen. De zogenaamde ‘vingerafdrukken.’

Dus daar gaan we niet over kibbelen.  De vraag blijft onbeantwoord: hoeveel? Is de opwarming voor 100%, 80% of 20% of wat dan ook veroorzaakt door mensen?

Oceaanstromen

Huijser: ‘Natuurlijke stabiele systemen, zoals het klimaat, reageren veelal juist dempend op variaties die het systeem uit evenwicht brengen. Was dat niet het geval, dan waren wij als mensheid hier helemaal niet, of al lang niet meer geweest. We waren simpelweg weggekookt of juist diepgevroren.’

‘Het dempende effect komt doordat we in wezen op een waterplaneet leven, waar oceaanstromen een veel groter effect hebben op ons klimaat dan de atmosfeer. (…) Uiteindelijk gaat het in het klimaat om het evenwicht in het transport van energie, naar en van de aarde. Het directe effect van broeikasgassen grijpt in op het verticale energietransport. Dat is op zich al een tamelijk complex proces waarin straling, verdamping van water aan het oppervlak en convectie een delicate balans moeten vinden. Maar de horizontale warmtestromen zijn in die balans minstens zo actief en bepalend. De energie die is opgeslagen in de atmosfeer, is niet groter dan de hoeveelheid energie die is opgeslagen in slechts de bovenste 2,5 meter water van onze oceanen.’

‘De wereldwijde invloed van variaties in de oceaanstromen in de Stille Oceaan, zoals we die kennen als de warme El Niño- en de koude La Niña-periodes, de zogenoemde EN Southern Oscillations (ENSO) zien we zelfs wereldwijd terug in het weer- en klimaatbeeld; met temperatuurvariaties van een graad of meer, en over onregelmatige periodes van twee tot tien jaar. De voorbeelden hier zijn slechts een paar van de grote, vaak naar de betreffende oceaan vernoemde oscillaties/variaties, maar verandering van zeestromen zien we ook op kleinere schaal. We constateren ze slechts, maar we kunnen ze nog altijd niet voorspellen. Laat staan dat we hun gedrag kunnen modelleren met enige voorspellende waarde.’

De Zon

De grootste energiebron op de aardbol. Is het mogelijk dat deze ontzagwekkende bron van energie totaal geen invloed heeft op het klimaat van de aarde? Dat lijkt toch onvoorstelbaar. Maar er is geen consensus over hoe groot die invloed is.

Huijser schrijft dat de Kleine IJstijd is ‘toegeschreven aan’ het Maunder-minimum, een periode waarin buitengewoon weinig zonnevlekken werden waargenomen. Maar de Maunder-periode was 1645-1715, en de IJstijd begon veel eerder (1300).

In 2012 poneerde een studie dat de Kleine IJstijd was veroorzaakt door een 50-jarige periode rond 1300, waarin vier enorme vulkanen een serie uitbarstingen meemaakten. Dat zou ook kunnen verklaren waarom de Kleine IJstijd veel kouder was in Europa dan elders.

Een andere periode met weinig zonnevlekken is de Dalton-periode 1790-1830. De extreem koude zomer van 1816 is waarschijnlijk veroorzaakt door de explosie een jaar eerder van de vulkaan Tambora in Indonesië.

Deze NASA studie uit 1989 poneert dat de causaliteit misschien indirect werkt: dat zonnevlekken abrupte schokjes toebrengen aan de draai van de aarde die weer tectonische verschuivingen teweeg brengen die kunnen leiden tot verhoogde vulkanische activiteit.

Andere studies zeggen, evenals Huijser, dat zonnevlekken wel invloed hebben op ultraviolette straling, die de temperatuur kan beïnvloeden; en op de ‘jet stream,’ die ook kan zorgen voor koude of juist hele milde winters.

Tegenargument: de meest nauwkeurige metingen zijn van de afgelopen 40 jaar; in die periode steeg de wereldtemperatuur, en daalde de intensiteit van de zonne-energie.  Zie Skeptical Science.

Politiek en agenda’s

Er is een brug tussen wetenschappers en beleidsmakers. Die brug wordt gevormd door ‘samenvattingen voor leken,’ en journalisten. Steve Koonin vergelijkt de berichtgeving op klimaatwetenschap met het ‘telefoonspel.’ U weet wel: je zet 20 mensen in een kring, fluistert nr 1 iets in het oor en dat moet hij doorfluisteren aan zijn buurman, en als je bij nr 20 komt is de boodschap heel anders geworden.

Dat het IPCC is gepolitiseerd, is zeker. Zoals Michael Shellenberger schrijft in Apocalypse Never: ‘De wetenschap van het IPCC is over het algemeen degelijk, maar de Summary for Policy Makers, de persberichten, en de verklaringen van auteurs tonen ideologische motieven, een neiging tot overdrijven, en het weglaten van belangrijke context.’ Wie de uitspraken van Antonio Guterrez terugluistert, hoort hoe wetenschappelijke conclusies kunnen worden verdraaid tot demagogische kolder.

Zie ook de ervaringen van de Nederlandse econoom Richard Tol, die leidend auteur was van een Summary in 2012. Hij schreef in zijn concept-tekst: ‘Veel van de zorgelijke gevolgen van klimaatverandering zijn symptomen van mismanagement en onderontwikkeling.’ Maar Europese landen wilden meer focus op emissiereductie, niet economische ontwikkeling. Dus zijn zinsnede werd uit de Summary gehaald.

Shellenberger en Koonin halen in hun boeken talloze voorbeelden aan van alarmistische krantenkoppen, zelfs in serieuze kranten als de New York Times en de Washington Post. Schrijvers als David Wallace Wells (‘The Uninhabitable Earth’) presteren het om met grote stelligheid te zeggen: ‘Met twee graden stijging zullen de ijskappen beginnen in te storten, 400 miljoen extra mensen zullen kampen met waterschaarste, grote steden rond de evenaar zullen onbewoonbaar worden, zelfs in de noordelijke breedtegraden zullen duizenden mensen sterven door hitte in de zomers.’

Grote media-organisaties en schrijvers hebben invloed. Als ze besluiten om een standpunt in te nemen, beïnvloeden ze de samenleving. Slecht nieuws verkoopt beter dan goed nieuws. ‘If it bleeds, it leads.’ Een brandje is veel leuker op TV dan een conferentie. Ik ben zelf mijn hele leven journalist geweest, en ik kan u verzekeren, zo is het. Maar vooral in grote media-organisaties treedt dan ook een soort zelfcensuur op. Als de baas heeft besloten dat de wereld vergaat, krijg je geen promotie als je schrijft dat het allemaal wel meevalt. Ik vind het triest hoe de New York Times, de Washington Post en The Guardian geen enkele poging meer doen om hun berichtgeving over ‘het klimaat’ te nuanceren.

Beleid

Blijft het probleem: zelfs als we een energietransitie willen, kunnen we dat dan wel?

Koonin zegt: zelfs als we het willen, dan lukt het van z’n lang zal die leven niet. Nul uitstoot in 2050 is een mooi doel, maar simpelweg niet haalbaar. We houden onszelf voor de gek.

Hij neemt de VS als voorbeeld. Op het eerste gezicht bemoedigend: totale broeikas-uitstoot in 2018 was ongeveer hetzelfde als in 1990. En dat terwijl de bevolking in die periode groeide met 31% en het BBP met 100%. Mooi! Maar de totale CO2-uitstoot werd niet minder.

Kijk naar de Covid-pandemie. De werelduitstoot in de eerste helft van 2020 was ongeveer 9% lager dan het jaar ervoor, grotendeels door minder vervoer en minder elektriciteit. Maar steeg snel terug naar het oude niveau nadat de restricties werden ingetrokken.

Alleen grote, fundamentele veranderingen zullen op wereldschaal effect hebben op de CO2-uitstoot. Dat betekent: de energievoorziening van industrie, elektriciteit en transport. Energiesystemen veranderen maar heel langzaam omdat ze bestaan uit heel veel onderdelen; omdat ze betrouwbaar moeten zijn, en grote investeringen vergen. Je kunt niet zeggen dat we even de mouwen moeten opstropen zoals we gedaan hebben bij de ontwikkeling van de atoombom, de missie naar de maan, of de bewapening van de VS in 1943.

Het zijn systemen, dus je moet systemisch aanpakken. Zon en wind subsidiëren heeft geen zin als er geen backup is van een stabiele energiebron voor de pieken en dalen – het bedreigt het netwerk. Elektrische auto’s helpen alleen als er voldoende laadpalen zijn. Voldoende laadpalen vergt weer aanpassing van het netwerk.

Deze en andere obstakels doen Koonin concluderen: hoogst onwaarschijnlijk. En zelfs als het zou lukken om de hele VS CO2-vrij te maken, in 30 jaar tijd – dan nog is de VS maar verantwoordelijk voor 13% van de werelduitstoot.[4]

Lomborg zegt: Als alle rijke landen van de wereld, zeg maar de OESO, vandaag zouden stoppen met CO2 uit te stoten – helemaal, van de ene dag op de andere – zelfs in dat hypothetische geval zou de temperatuur in 2100 misschien één graad Celsius minder gestegen zijn, zegt Lomborg. Dat is omdat driekwart van de emissies in de 21ste eeuw komt uit de rest van de wereld: China en India, Afrika, Latijns-Amerika.

Wat nu te doen?

Wat moeten we met deze twijfel? We hebben geen zekerheid, we weten niet of de ‘alarmisten’ of de ‘skeptici’ gelijk hebben, en de vraag is of de mensheid zo’n monumentale opracht aankan.

Stel nu eens dat de alarmisten gelijk krijgen …. Nou ja, dan krijgen we hogere zeespiegels, andere oogsten, meer huidkanker, misschien een nieuwe IJstijd in Europa. Maar dan hebben we in ieder geval ons best gedaan en hebben we misschien de gevolgen van klimaatverandering een beetje kunnen temperen, door onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen.

Stel dat de klimaatskeptici gelijk krijgen, en de gevolgen van de opwarming vallen reuze mee! Dan hebben we nog steeds grote stappen gemaakt richting een schonere energievoorziening, gebaseerd op overvloedige bronnen als zon, wind en kernsplitsing. Kostte ’n beetje, maar dan heb je ook wat.

De ‘downside’ van niks doen is groter dan de ‘downside’ van te veel doen.

Met deze risico-afweging is het simpel: het is doodgewoon prudent om te beginnen met een transitie naar niet-fossiele energie, en ons voor te bereiden op hogere temperaturen. Overvloedige investeringen in ‘schonere’ energie zijn mischien erg duur, en gaan misschien ten koste van allerlei andere broodnodige investeringen. Maar dat is een probleem van alle tijden; keuzes tussen onderwijs, veiligheid, gezondheidszorg etc. Als het te duur wordt, zal de investering in de ‘energietransitie’ worden teruggeschroefd. Tot het zo ver is, wordt innovatie gestimuleerd door overheidsbeleid.

Dus we laten de alarmisten en de skeptici maar doorkibbelen. Het is prudent om te blijven investeren in duurzame energiesystemen; en ook in ‘adaptatie,’ dus in hogere dijken, meer uiterwaarden, isolatie voor huizen en gebouwen, investeringen in R&D. Mensen zullen pas energie uit fossiel opgeven als er een alternatief is dat net zo betrouwbaar is, en goedkoper.[5] Dat proces kun je ook nog helpen door een CO2-belasting in te voeren op fossiele brandstoffen, zegt Lomborg. Laag beginnen, op 20 dollar per ton, wat neerkomt op ongeveer 4 eurocent per liter benzine. En dan de rest van de eeuw langzaam opvoeren.

Intussen zijn we met de transitie begonnen. En die zou, in tegenstelling tot wat Lomborg en Koonin zeggen, in 20-30 jaar tijd wel eens hele grote veranderingen teweeg kunnen brengen.

Dat is het volgende artikel: ‘Transitie.’

Met dank aan: Eefke Smit, Jan Visser, Arie Kaizer, Arie Huijser.

[1] Het hele essay heet ‘De Klimaatillusie’ (27pp plus voetnoten) en u kunt het hier downloaden

[2] ‘How to Avoid a Climate Disaster,’ (2021)

[3] Zie deze Bicker

[4] (Meest recente cijfers: ‘In 2021, the largest absolute contributions to global fossil CO2 emissions were from China (31 %), the USA (14 %), the EU27 (8 %), and India (7 %).’ (bron: Global Carbon Project) )

[5] De IJzeren Wet van Klimaatbeleid van Roger Pielke jr: ‘Als beleid van economische groei botst met beleid voor emissiereductie, dan wint economische groei altijd’

Abonneer De Bicker

Vul hieronder uw e-mailadres in om u in te schrijven voor de nieuwsbrief
jamie@example.com
Abonneer